Gepubliceerd op 09.05.2023 | Tekst: Amélie Poirel | Foto's: ALTSTADT Gijs Van Vaerenbergh ACTLD daidalos peutz Bollinger, Grohmann

Hoe pak je de restauratie aan van de gevels van een gerenommeerd operagebouw zoals de Brusselse Munt? Renovatie van een erfgoedgebouw is vaak moeilijk, elk gebaar lijkt een toevoeging die het bestaande geheel uit evenwicht kan brengen. Architectenbureau ALTSTADT koos er dan ook voor zich bescheiden op te stellen. Ze leggen de nadruk op de zichtbare geschiedenis van dit gebouw en wonnen zo de wedstrijd waaraan ook de architectenbureaus P.HD, ORIGIN, RE-ST en VIA deelnamen.

Voor de restauratie van de gevels wordt in lagen gewerkt. De ingrepen krijgen vorm en het renovatieproject wordt gestuurd door de geschiedenis van het gebouw te onderzoeken, maar ook de mogelijk onvervulde ambities van zijn ontwerpers. Het gebouw is immers al door vele handen gegaan: van het ontwerp door Damesme in 1817, tot de postmoderne stijl van AR2C, over de renovaties door Poelaert na de brand van 1855 en de toevoeging van een vierde verdieping door Bordiau in 1879. Om het gebouw te begrijpen, is het bijgevolg zinvol zijn geschiedenis in kaart te brengen en een stand van zaken op te maken, om vervolgens de belangrijke pijnpunten te bepalen. Het proces is te vergelijken met een dokter die zijn patiënt onderzoekt om een diagnose te kunnen stellen.

ALTSTADT heeft de ambitie de natuursteen van de gevel te herstellen en zichtbaar laten, tenminste als deze, onder alle verflagen, in goede staat zou zijn. Voor de afbraakwerkzaamheden starten, is dit echter een onbekende. In al hun bescheidenheid willen de architecten dan ook niet te veel voorspellingen doen en stellen ze zelfs in vraag of het wel een goed idee is om de steen zichtbaar te maken, wetende dat de eerste verflaag dateert uit 1856. Voor het buitenschrijnwerk willen ze terugkeren naar de oorspronkelijke indeling van de foyer. Op basis van een snede wordt er verder nagedacht over de restauratie van de gevels en de isolatie van het dak. De houding is eerder suggestief, dan dat er een kant-en-klare aanpak wordt opgelegd.

Een andere belangrijke pijler van het project is het monument teruggeven aan de stad. Door zijn centrale ligging in Brussel maakt het operagebouw uiteraard al integraal deel uit van de stad. ALTSTADT wil echter nog meer publiek het gebouw binnen trekken. Daarvoor vertrekken ze van een analyse van de programma’s en circulatiestromen – zoals Nolli dat deed – en brengen de bestaande toegangen in kaart. Geen enkele gevel krijgt voorrang op een andere, omdat je het operagebouw van elke kant kan benaderen. Wel wordt de sokkel dynamischer gemaakt met winkels en restaurants. Zelfs de bomen zijn het onderwerp van een studie: hun bestaande lijn wordt doorgetrokken om een verbinding te maken met het omringende stadsweefsel.

Door de architectuur, maar ook door andere, subtielere middelen zoals verlichting en bewegwijzering, ontstaat er een dialoog tussen de stad en haar passanten. De gevel krijgt een nieuwe eigentijdse laag door het ophangen van mooi uitgelichte banieren. Het ritme van deze vlaggen volgt de gevelcompositie en onderstreept zijn structuur. Het tijdelijke karakter van deze installatie maakt een levend monument van het operagebouw.

De bedoeling van het project is door de gevels in lagen te renoveren, de gelaagdheid van het gebouw tastbaar te maken. Door een zoektocht naar authenticiteit, met aandacht voor de ontdekkingen die tijdens het proces worden gedaan, bereiken de architecten een harmonieuze compositie die het debat over de hedendaagse culturele productie voedt.

www.beliris.be

Lees ook

Schrijf je in op onze nieuwsbrief
  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.