Edito

Lisa De Visscher - Hoofdredacteur

‘We zijn onze dorpen in ijltempo aan het verknoeien’, kopte De Standaard eind vorig jaar. Nu de tentakels van de lintbebouwing, de verkavelingen en de zonevreemde woningen de open ruimte langzaam hebben omarmd en doodgeknepen, moeten de dorpskernen eraan geloven. Onder het mom van verdichting verdwijnen beeldbepalende gebouwen in het centrum van een dorp, om plaats te maken voor banale appartementen. Met het verlies van de dorpse identiteit tot gevolg. Al zijn ‘identiteit’ en ‘dorps karakter’ vage en vaak misbruikte begrippen.

Wat is een dorp eigenlijk? ‘Als we spreken over dorpen, bedoelen we het hele scala van dorpen’, schrijft Edith Wouters in dit nummer naar aanleiding van het onderzoek dat ze met Ar-tur voert in het kader van het Kempenlab Dorpsarchitectuur. ‘We hebben het zowel over het krimpende gehucht of kerkdorp, het dorp met knooppuntwaarde en ontwikkelingskansen, het autonome, levendige dorp met weinig knooppuntwaarde, als over het sinds lang verstedelijkte dorp. Juist die contextuele gevoeligheid is essentieel. Het aansluiten bij het dorpse karakter, het zorgvuldig inpassen in de omgeving, herkenbaarheid en vertrouwdheid blijken cruciale uitgangspunten voor kwalitatieve dorpsarchitectuur.’

Elk dorp is anders en verdient dus maatwerk, zelfs als de problematieken gelijkaardig zijn. De meeste dorpen worstelen namelijk met vragen rond verdichting, mobiliteit en een stuitend gebrek aan werkgelegenheid. Vaak ontbreekt een duidelijk centrum, lopen de kerken leeg en sluiten cafés, lokale winkels en andere voorzieningen. Juist die plekken dus die de dorpsgemeenschap smeden. Om dit gemeenschapsgevoel terug te krijgen, heb je naast een beleid dat inzet op lokale verenigingen, zachte mobiliteit en voorzienige masterplanning, gebouwen nodig die het dorp opnieuw een identiteit geven. Vaak gaat het om kleine projecten zoals een school, een ontmoetingscentrum, een coworkingruimte of simpelweg de heraanleg van een centraal plein.

Ogenschijnlijk eenvoudige opdrachten maar in werkelijkheid is het microchirurgie. Een voorzichtige ingreep die rekening houdt met de gevoeligheden van het landschap en de plek. Gezien de schaal van een dorp krijg je maar één kans. Eén miskleun kan het hele dorp verknoeien. Maar wie beoordeelt het project en hoe? Welke typologieën heeft een dorp nodig? Kun je een project met dezelfde criteria beoordelen in zowel een dorpse als in een stedelijke context? Om deze beoordelingen te maken, missen de ambtenaren bij de gemeente vaak de juiste instrumenten.

En dat begint al bij de opleiding. Jarenlang buigen studenten architectuur en stedenbouw zich over allerhande problematieken binnen een stedelijke context. Toch woont de helft van het land niet in de stad en willen ze er ook niet wonen. In de praktijk is er een grote behoefte aan kennis over de omgang met de structuur van een dorp, hoe je je kunt inpassen in het bestaande weefsel, welke typologieën werken en welke niet. Ondertussen bieden verschillende architectuuropleidingen – La Cambre, kuleuven, uliège – ontwerpstudio’s aan waarin de problematiek van het dorp specifiek wordt aangekaart.

Ook timmeren verschillende gemeentebesturen en architectuurorganisaties aan de weg. Zo maakten Lommel, Olen en Nijlen al een beeldkwaliteitskader en organiseerden de gemeenten in de Oostkantons zich gezamenlijk om de hulp in te roepen van experts. Ook nemen steeds meer bewoners het heft in handen om met interessante bottom-upinitiatieven kwalitatieve projecten te realiseren, zoals De Standaard opmerkte, in Munkzwalm. In een land waar de nevelstad oprukt, krijgt het dorp opnieuw een gezicht.

Lees meerVerkleinen

Inhoudstafel

Right of reply
Chantal Dassonville

Editorial
Lisa De Visscher

Opinion
The village between identity and change Leo Van Broeck

Agenda
In memoriam Juliaan Lampens Christophe Van Gerrewey
Atelier Scheldeman Eline Dehullu
JDMA Lisa De Visscher
Mamout Lara Molino
Guide d’architecture moderne et contemporaine Namur-Luxembourg Charlotte Lheureux
Dorpen na de betonstop Michael Ryckewaert

Village
Studio Thys Vermeulen, Town hall extension, Langemark Caroline Voet
he-architectes & Georges-Éric Lantair, La Berle, Berloz Elodie Degavre
Life in the Walloon countryside Norbert Nelles
Graux & Baeyens, House BS, Dikkelvenne Gitte Van den Bergh
AHA, Ulysse, Tournai Aslı Çiçek
Happel Cornelisse Verhoeven, De Blokskens, Zandhoven Sara Vermeulen
An architectural idiom for villages Edith Wouters and Evelien Pieters
Bouwmeester Scan Kristine Verachtert
Raamwerk, Youth meeting centre, Lichtervelde Eline Dehullu
L.R.A, Primary school, Vierset Guillaume Vanneste
Hart Berteloot, Crèche, Habay-la-Neuve François Gena
Murmuur, De Hoge Mote, Ronse Pieter T’Jonck
BoerenBruxselPaysans Lene De Vrieze and Bram Vandemoortel

Interview
Monadnock Pieter T’Jonck

Product news Viviane Eeman

Student
Ugly village Eline Dehullu
Malempré Lisa De Visscher
Tourism and architecture Hubert Lionnez

#005 Michiel De Cleen

Abonneer je vanaf €59 per jaar!

Je ontvangt 5 klassieke nummers en 1 speciale uitgave van het tijdschrift.

Abonnement

Lees ook

Schrijf je in op onze nieuwsbrief
  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.