Edito

Het Skanderbegplein in Tirana (Albanië) van 51N4E, internationaal geroemd om zijn stedenbouwkundige kwaliteiten, is dit jaar door het Centre de Cultura Contemporània de Barcelona bekroond met de European Prize for Urban Public Space. XDGA hertekende de kusstrook van de Albanese badstad Vlora en maakte van een rafelige stadsrand een openbare ruimte die de stad opnieuw definieert.

Beide projecten zijn prachtig, maar afgezien van de lokale Albanese bevolking en een handvol (architectuur)toeristen heeft niemand ze ooit in het echt gezien. Dat geldt bij uitbreiding voor elk project. Een gebouw an sich heeft een beperkte zichtbaarheid. Het staat verscholen op een niet altijd toegankelijke plek terwijl de foto’s ondertussen de wereld rondgaan. De meeste gebouwen die zich in ons collectieve geheugen hebben genesteld en de ruggengraat zijn van ons referentiekader, hebben we nooit bezocht. We kennen de beelden, en soms vormen die een project op zich.

Architectenbureaus zijn zich daar ten zeerste van bewust, en in tegenstelling tot vijftien jaar geleden werkt nu bijna elk bureau met professionele fotografen voor het vastleggen van zijn werk. Ook de rol van de fotograaf evolueerde mee. Hij of zij is voor de architect steeds vaker een partner, een klankbord. Niet iemand die pas in beeld komt als het project al is opgeleverd, maar een directe medewerker die er van meet af aan bij betrokken is. Net als een externe beeldenmaker, een maquettebouwer of een kunstenaar.

“De gangbare opvatting over architectuur evolueert bij een aantal architectenbureaus en beeldmakers naar een ander niveau, waarbij vervaging van de klassieke scheiding tussen representatie en architectuur optreedt en beide op elkaar inwerken”, schrijft Véronique Boone naar aanleiding van de gesprekken die ze voerde met noA, Studio SNCDA, Office KGDVS, Baukunst, Central en addvvt over hun samenwerking met respectievelijk Benoît van Innis, Karel Martens, Bas Princen, ArtefactoryLab, Maxime Delvaux en Filip Dujardin.

Hier wordt duidelijk hoezeer de verbeelding van architectuur veel meer is dan pure communicatie. Representatie is een ontwerptechniek. Een testen, aftoetsen, uitproberen van een nog niet vastgelegde werkelijkheid. Het ontwerp schept een beeld, en het beeld voedt op zijn beurt opnieuw het ontwerp. Die kruisbestuiving brengt soms beelden voort die op zichzelf bestaan en de realisatie van een gebouw niet meer nodig hebben.

Heinrich Klotz, oprichter en eerste directeur van het Deutsches Architekturmuseum (DAM) besefte dat toen hij de aankoop van een reeks architectuurtekeningen verantwoordde: “I am happy to make allowances for the fact that Rem Koolhaas, Peter Cook, and Ron Herron haven’t received any commissions recently, which means they’re not building. As such, the drawings themselves can be seen as their actual work; they prepare them with the greatest care and present them like works of art.”

Architectuurtekeningen ontstaan vaak in het kader van een ontwerpwedstrijd, en worden bekeken in concurrentie met andere. Dat maakt dat vele wedstrijdbeelden een geladenheid hebben die veel verder gaan dan de ambitie om inzicht te verschaffen in het project. “Het beeld is architectuurproject an sich. In combinatie met de veranderende ecologie van het beeld binnen de (sociale) media, wordt het een strategisch instrument in de uitbouw van een bureau-identiteit”, schrijft Veronique Patteeuw, die een reeks ontwerptekeningen onderzocht, gemaakt voor wedstrijden georganiseerd door de Brusselse Bouwmeester. Architectuurbeelden geven niet alleen vorm aan de identiteit van een bureau, soms worden ze ook ingezet als heuse marketinginstrumenten. Het format en de gekozen stijl hebben daarbij minder te maken met het architecturaal project dan met de artistieke klasse waarin het bureau wil spelen.

Het architectuurklimaat in België is vandaag rijk en divers, en dat uit zich in hoogkwalitatief beeldmateriaal dat in het buitenland gretig wordt opgepikt. Het kreeg zelf en naam: Belgitude (1). Bladert u even mee?

  1. Jean-Philippe Hugron, « Trame et collage, à l’école belge”, L’Architecture d’Aujourd’hui, n° 425, juin 2018, pp.53-57. Stephanie Sonnette, “Rendus d’architecture : les nouvelles icônes épinglées”, Criticat, n°20, printemps 2018, pp. 02-17.

Inhoudstafel

Edito Lisa De Visscher

In the picture

Zacht verzet Radim Louda

Parels in de woestijn Pieter T’Jonck

Renoveren in Parijs Amélie Luquain

Radicale eenvoud Véronique Patteeuw

Symbiose in de wanorde Mathias Bouet

Zoom in

Interview met Grafton Architects Christophe Antipas

Fundamenten

Koppelwerking Véronique Boone

Alsof je in een tekening loopt Louis De Mey

Ontwerpen van binnenuit Jolien Naeyaert

Het werkelijkheidseffect van de tekening Bart Decroos

Op de grens van de werkelijkheid Victoire Chancel en Anne-Laure Iger

BIM in verbeelding Joep Gosen

Waarheid, dromen en bedrog Anne-Laure Iger en Victoire Chancel

Double coding Véronique Patteeuw

Zoom out

Image and Architecture Maxime Delvaux en Roxane Le Grelle

Raamwerk Gitte Van den Bergh

Central Apolline Vranken

Het boek dat Stynen zelf nooit schreef Gitte Van den Bergh

Het verborgen oog van de architect Véronique Boone

Architectuur over de taalgrens Gitte Van den Bergh

Student

What’s Wrong with the Big Box? Apolline Vranken

Cover to Reveal Apolline Vranken

Abonneer je vanaf €59 per jaar!

Je ontvangt 4 klassieke nummers en 1 speciale uitgave van het tijdschrift.

Abonnement

Lees ook

Schrijf je in op onze nieuwsbrief
  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.