A+274 Representation
Oktober November 2018
Edito
Het Skanderbegplein in Tirana (Albanië) van 51N4E, internationaal geroemd om zijn stedenbouwkundige kwaliteiten, is dit jaar door het Centre de Cultura Contemporània de Barcelona bekroond met de European Prize for Urban Public Space. XDGA hertekende de kusstrook van de Albanese badstad Vlora en maakte van een rafelige stadsrand een openbare ruimte die de stad opnieuw definieert.
Beide projecten zijn prachtig, maar afgezien van de lokale Albanese bevolking en een handvol (architectuur)toeristen heeft niemand ze ooit in het echt gezien. Dat geldt bij uitbreiding voor elk project. Een gebouw an sich heeft een beperkte zichtbaarheid. Het staat verscholen op een niet altijd toegankelijke plek terwijl de foto’s ondertussen de wereld rondgaan. De meeste gebouwen die zich in ons collectieve geheugen hebben genesteld en de ruggengraat zijn van ons referentiekader, hebben we nooit bezocht. We kennen de beelden, en soms vormen die een project op zich.
Architectenbureaus zijn zich daar ten zeerste van bewust, en in tegenstelling tot vijftien jaar geleden werkt nu bijna elk bureau met professionele fotografen voor het vastleggen van zijn werk. Ook de rol van de fotograaf evolueerde mee. Hij of zij is voor de architect steeds vaker een partner, een klankbord. Niet iemand die pas in beeld komt als het project al is opgeleverd, maar een directe medewerker die er van meet af aan bij betrokken is. Net als een externe beeldenmaker, een maquettebouwer of een kunstenaar.
“De gangbare opvatting over architectuur evolueert bij een aantal architectenbureaus en beeldmakers naar een ander niveau, waarbij vervaging van de klassieke scheiding tussen representatie en architectuur optreedt en beide op elkaar inwerken”, schrijft Véronique Boone naar aanleiding van de gesprekken die ze voerde met noA, Studio SNCDA, Office KGDVS, Baukunst, Central en addvvt over hun samenwerking met respectievelijk Benoît van Innis, Karel Martens, Bas Princen, ArtefactoryLab, Maxime Delvaux en Filip Dujardin.
Hier wordt duidelijk hoezeer de verbeelding van architectuur veel meer is dan pure communicatie. Representatie is een ontwerptechniek. Een testen, aftoetsen, uitproberen van een nog niet vastgelegde werkelijkheid. Het ontwerp schept een beeld, en het beeld voedt op zijn beurt opnieuw het ontwerp. Die kruisbestuiving brengt soms beelden voort die op zichzelf bestaan en de realisatie van een gebouw niet meer nodig hebben.
Heinrich Klotz, oprichter en eerste directeur van het Deutsches Architekturmuseum (DAM) besefte dat toen hij de aankoop van een reeks architectuurtekeningen verantwoordde: “I am happy to make allowances for the fact that Rem Koolhaas, Peter Cook, and Ron Herron haven’t received any commissions recently, which means they’re not building. As such, the drawings themselves can be seen as their actual work; they prepare them with the greatest care and present them like works of art.”
Architectuurtekeningen ontstaan vaak in het kader van een ontwerpwedstrijd, en worden bekeken in concurrentie met andere. Dat maakt dat vele wedstrijdbeelden een geladenheid hebben die veel verder gaan dan de ambitie om inzicht te verschaffen in het project. “Het beeld is architectuurproject an sich. In combinatie met de veranderende ecologie van het beeld binnen de (sociale) media, wordt het een strategisch instrument in de uitbouw van een bureau-identiteit”, schrijft Veronique Patteeuw, die een reeks ontwerptekeningen onderzocht, gemaakt voor wedstrijden georganiseerd door de Brusselse Bouwmeester. Architectuurbeelden geven niet alleen vorm aan de identiteit van een bureau, soms worden ze ook ingezet als heuse marketinginstrumenten. Het format en de gekozen stijl hebben daarbij minder te maken met het architecturaal project dan met de artistieke klasse waarin het bureau wil spelen.
Het architectuurklimaat in België is vandaag rijk en divers, en dat uit zich in hoogkwalitatief beeldmateriaal dat in het buitenland gretig wordt opgepikt. Het kreeg zelf en naam: Belgitude (1). Bladert u even mee?
- Jean-Philippe Hugron, « Trame et collage, à l’école belge”, L’Architecture d’Aujourd’hui, n° 425, juin 2018, pp.53-57. Stephanie Sonnette, “Rendus d’architecture : les nouvelles icônes épinglées”, Criticat, n°20, printemps 2018, pp. 02-17.
Inhoudstafel
Edito Lisa De Visscher
In the picture
Zacht verzet Radim Louda
Parels in de woestijn Pieter T’Jonck
Renoveren in Parijs Amélie Luquain
Radicale eenvoud Véronique Patteeuw
Symbiose in de wanorde Mathias Bouet
Zoom in
Interview met Grafton Architects Christophe Antipas
Fundamenten
Koppelwerking Véronique Boone
Alsof je in een tekening loopt Louis De Mey
Ontwerpen van binnenuit Jolien Naeyaert
Het werkelijkheidseffect van de tekening Bart Decroos
Op de grens van de werkelijkheid Victoire Chancel en Anne-Laure Iger
BIM in verbeelding Joep Gosen
Waarheid, dromen en bedrog Anne-Laure Iger en Victoire Chancel
Double coding Véronique Patteeuw
Zoom out
Image and Architecture Maxime Delvaux en Roxane Le Grelle
Raamwerk Gitte Van den Bergh
Central Apolline Vranken
Het boek dat Stynen zelf nooit schreef Gitte Van den Bergh
Het verborgen oog van de architect Véronique Boone
Architectuur over de taalgrens Gitte Van den Bergh
Student
What’s Wrong with the Big Box? Apolline Vranken
Cover to Reveal Apolline Vranken