Typology


Architecten zien hun ontwerpen doorgaans als unieke werkstukken. In zekere zin is dat uiteraard altijd het geval. Toch stellen Emanuel Christ en Christoph Gantenbein in de dubbeluitgave ‘Typology’ dat een goed begrip van steden vertrekt bij saaie, allerminst unieke ‘standaard’ gebouwen. Ze maken de bulk van het stadsweefsel uit. Wie ze nader bestudeert ontdekt dat steden hun specifieke karakter ontlenen aan de evoluties binnen die ‘standaard’ architectuur. In een kolossale studie tonen ze dat aan met voorbeelden uit Parijs, Delhi, São Paulo en Athene enerzijds, en New York, Hong Kong, Buenos Aires en Rome anderzijds. Het levert instant standaardwerken op.
Het is onmogelijk om in een korte bespreking recht te doen aan de subtiliteit van de redeneringen van Christ & Gantenbein, en het is al helemaal onbegonnen werk om het lange essay van Rafael Moneo in het eerste deel uiteen te zetten. De kern van de zaak is echter dat ‘standaard’ gebouwen vaak terugkeren omdat ze een geslaagd antwoord bieden op de vele, vaak contradictorische eisen waar een gebouw aan moet beantwoorden. Het beantwoordt daardoor aan een typologie, maar uiteraard wordt die bij elke nieuwe bouwopdracht terug aan de omstandigheden aangepast.
Daardoor vertoont zo’n type als vanzelf en quasi ongemerkt belangrijke evoluties. In sommige gevallen, zoals een onstabiel politiek klimaat of bij belangrijke technische innovaties kan zo’n type plots muteren (of ‘perverteren’, zoals de auteurs zelf zeggen).
Christ en Gantenbein bespreken in deze studies uitsluitend gebouwen uit de twintigste eeuw, ook als ze het bijvoorbeeld hebben over Parijs of Rome. Op de achtergrond speelt hier namelijk een tweede vraag, met name hoe het modernistische gedachtengoed van functionele segregatie en vereenvoudiging opgeslorpt werd binnen de lokale condities en zo een pragmatische vertaling kreeg die soms ver afweek van haar theoretische uitgangspunten. Een typisch voorbeeld zijn de flatgebouwen in Athene. Ze volgen haast zonder uitzondering het Domino principe van Le Corbusier. Maar, anders dan Le Corbusier het wilde, staan die gebouwen zeer dicht tegen elkaar aan binnen grote bouwblokken langs vaak smalle straten. Ze zouden dan ook onleefbaar zijn, was het niet van de brede balkons die een buffer vormen tegenover de straat en extra leefruimte bieden.
De hoofdmoot van beide boeken bestaat echter niet uit essays, maar uit een uitgebreide selectie gebouwen van elke stad. Per stad worden vooraf door mensen die vertrouwd zijn met het terrein enkele basisgegevens opgelijst. In het geval van Parijs bijvoorbeeld behandelt André Lortie de huisvestingspolitiek van de stad, maar ook de wijzigingen in de regelgeving rond bouwen in de 20eeeuw of belangrijke constructieve vernieuwingen. In het geval van Delhi daarentegen focust Anupam Bansal op de verschillen tussen de traditionele stad, de stad van het Britse Rijk en de evoluties na de onafhankelijkheid van India.
Per stad krijg je vervolgens zo’n veertig voorbeelden van ontwerpen die een bepaald ‘type’ op exemplarische manier belichamen en/of er een nieuwe wending aan gaven. Je ontdekt daarbij echte pareltjes. Ze bevestigen de stelling van Christ & Gantenbein dat het ‘standaard’ gebouw veel relevanter -en inspirerender- kan zijn dan een uitzonderlijke creatie die zich van de context niets aantrekt. Per gebouw krijg je een aantal basisdata, een inplantingsplan, een axonometrische voorstelling van het volume, een foto van de gevel en een typische plattegrond. Om die te lezen is wel wat werk vereist, want een legende krijg je er niet bij, en op de inrichting van badkamers en (soms) keukens na zijn er ook geen functionele indicaties zoals meubels. Dat maakt de plannen anderzijds ook prikkelend: je moet je zelf inbeelden hoe ze kunnen functioneren.
De hoeveelheid informatie die hier verzameld en voortreffelijk geordend werd is verbluffend. Je kan de boeken haast beschouwen als alternatieve stadsgidsen, die je met andere ogen laten kijken naar overbekende steden als Parijs, Rome of New York, en je tegelijk inzicht bieden in de sociale en economische realiteit achter deze gebouwentypes. Een uitgebreide fotoreeks, voor een belangrijk deel door Christ & Gantenbein zelf genomen versterkt het gevoel dat je een zeer concreet en indringend beeld krijgt van deze steden. Zonder meer een aanrader voor iedereen die belang stelt in de architectuur van de stad.
TYPOLOGY Hong Kong, Rome, New York, Buenos Aires. Review No. II
TYPOLOGY Paris, Delhi, São Paulo, Athens. Review No. III
Auteurs: Emanuel Christ & Christoph Gantenbein
Uitgeverij: Park Books, Zürich
ISBN 978-3-906027-01-2 – ISBN 978-3-906027-63-0
Prijs: 58 € per deel