Gepubliceerd op 18.06.2018 | Tekst: Julie Marin et Jolein Bergers

‘Designing Territorial Metabolism’ bundelt twee jaar intensief ontwerpend onderzoek in de metropolitane regio’s van Barcelona, Brussel en Venetië. Verruimtelijking van concepten zoals ‘stedelijk metabolisme’, ‘ecosysteemdenken’ en ‘circulaire economie’ staat centraal.

Het boek illustreert het samenwerkingsverband tussen l’Université Libre de Bruxelles (ULB), Università IUAV di Venezia en het Laboratori d’Urbanisme de Barcelona (ETSAB-UPC), dat sinds 2015 territoriaal metabolisme als methodologisch kader voor stedelijke complexiteit onderzoekt. Redacteurs Geoffrey Grulois, Carles Crosas en Maria Chiara Tosi koppelen hiervoor een theoretisch kader, uitgewerkt door auteurs uit onderzoek en praktijk, aan resultaten van een ‘metropolitan e-studio’ (http://2017.metropolitan-estudio.eu).

De introductie stelt dat hedendaagse ruimtelijke praktijken rond stedelijk metabolisme grotendeels geïnspireerd zijn op denkkaders uit de industriële ecologie, waarin men geleid door cijfermatige motieven materialenstromen ‘efficiënter’ en ‘circulairder’ wil maken. In lijn met Sabine Barles’ oproep om interacties tussen maatschappij en biosfeer te bestuderen om te begrijpen hoe territoria werkelijk functioneren (territoriale ecologie) [1], wil dit boek verder gaan. Het beschouwt metabolisme als een ruimtelijk én territoriaal vraagstuk van hedendaags leven en produceren, dat de traditionele tweedeling stad-platteland overstijgt. Zo sluit het zich aan bij concepten zoals planetary urbanization (Brenner) en horizontal metropolis (Viganò).

Vervolgens brengen Nadia Casabella en Elsa Bouillot locaties, ruimtegebruik en materialenstromen van de auto- en voedingsindustrie in de Brusselse Heyvaert-wijk in beeld. Door de samenhang tussen economische transitie en stedelijke complexiteit te verduidelijken, stellen ze de bestaande simplistische beleidsplannen voor dit industrieel district in vraag. In het volgende hoofdstuk formuleert Stephan Kampelmann drie kritische ontwerpprincipes voor circulaire economie: (1) inspelen op de relatie tussen stad én hinterland, (2) materialenstromen verkleinen (in plaats van simpelweg recycleren) en (3) een balans zoeken tussen technocratische en emancipatorische interventies.

Verder relateren drie essays de cultureel bepaalde planningsgeschiedenis van Brussel, Barcelona en Venetië aan hun tradities rond stedelijk metabolisme. Zo interpreteren Bortolotti, Grulois en Ranzato de recente ECORES studie (2015) als een reductie van Paul Duvigneaud’s territoriaal verankerd werk dat als eerste het Brussels metabolisme in kaart bracht. In Barcelona omvat De Solà-Morales’ definitie van het urban project volgens Crosas en Perea reeds de kiemen van het nadenken over stedelijk metabolisme. Renzoni en Tosi kaderen het Venetiaanse onderzoek tot slot in de hedendaagse ecologische uitdagingen gerelateerd aan de città diffusa.

In het tweede deel komen per case (Brussel, Barcelona en Venetië) twee ontwerpexploraties aan bod, uitgewerkt binnen het Erasmus+ strategic partnership. Deze linken telkens materialenstromen aan productiepatronen in een specifieke ruimtelijke context. Een inleidende vergelijkende atlas stelt hierbij de waterlopen die de cases structureren centraal, wat het rivierbekken als een analytische eenheid voor territoriaal metabolisch onderzoek suggereert. Dit analytische kader kan in vraag worden gesteld wanneer men overlappende materiaalbekkens gelinkt aan bijvoorbeeld auto-en voedingsindustrie wenst te situeren. Deze hebben vaak een regionale of zelfs planetaire schaal, kenmerkend voor het huidige territoriale metabolisme van de verschillende cases.

Een belangrijke vaststelling is dat de verschillende ontwerptradities en contexten in Brussel, Barcelona en de Veneto leiden tot verschillende ruimtelijke toepassingen, en dat Designing Territorial Metabolism vooral ‘maatwerk’ is. Doordat een concluderend hoofdstuk ontbreekt, blijven geleerde lessen en gevoerde interuniversitaire discussies echter grotendeels binnenskamers. Reflecties over relevante schaalniveaus en stedelijke dimensies – of hoe ‘territoriaal’ metabolisme te beginnen ontwerpen – zouden nochtans concrete aanknopingspunten kunnen vormen voor ontwerpers die met het complexe metabolismevraagstuk worden geconfronteerd. Desalniettemin levert de rijke collectie aan ontwerpvoorstellen en -benaderingen, gecombineerd met de theoretische inzichten van verschillende auteurs, een erg inspirerende en beloftevolle inkijk in de verschillende cultureel bepaalde visies op territoriaal metabolisme.

[1] Sabine Barles, « Écologie territoriale et métabolisme urbain : quelques enjeux de la transition socioécologique », Revue d’Économie Régionale & Urbaine 2017/5 (Décembre), p. 819-836. DOI 10.3917/reru.175.0819


Titel: Designing Territorial Metabolism
Auteurs (eds.): Geoffrey Grulois, Maria Chiara Tosi, Charles Crosas
Co-productie: Erasmus+ Programme of the European Union, ULB Faculté d’Architecture La Cambre Horta, Università Iuav di Venezia, Laboratori d’Urbanisme de Barcelona (ETSAB-UPC)
Uitgever: Jovis Verlag, Berlin (www.jovis.de)
ISBN 978-3-86859-489-8

Lees ook

Schrijf je in op onze nieuwsbrief
  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.