Een kompas voor de Dender
IMDC – Maat – Horizon, Strategisch Plan Dendervallei

A+302 Tackling Water at the Source
Je kan het volledige artikel lezen in het nummer A+302 Tackling Water at the Source. Bestel hier een exemplaar of neem een jaarabonnement op A+ en mis geen enkel nummer!
De Vlaamse regering stelde Henk Ovink aan als voorzitter van de internationale expertgroep om Vlaanderen te beschermen tegen de gevolgen van extreme regenval en tegen langdurige droogte. Die kent men maar al te goed in de Denderstreek, toen bijna dertien jaar geleden alle gemeenten tussen Geraardsbergen en Aalst door het wassende water werden getroffen en honderden woningen onder water kwamen te staan. Dat men in diezelfde Denderstreek vandaag al goed bezig is, moet Ovink zeker gezien hebben, want daar werkten ruim vijf jaar lang alle partners samen aan wat de watergezant voorschrijft in zijn 10 puntenplan: een geïntegreerd en adaptief actieprogramma met de overstromingsrisico en bergingspotentiegebieden als sturende elementen voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling.

Tot diep in de 19de eeuw was de Dender een krinkelend winkelend waterding dat jaarlijks in de winter de omliggende velden zonder al te grote gevolgen onder water zette. In de loop van de eeuwen rukte de verstedelijking echter op richting de rivieroevers en transformeerde de waterloop steeds meer tot een industriële goot. De systematisch rechtgetrokken waterlopen en de bijkomende stuwen en sluizen geleiden de steeds frequentere en volumineuzere scheepvaart. Economische en woonontwikkelingen verzegelden steeds grotere oppervlaktes langs haar oevers. Maar die verharde kanaaloevers werken ook als een soort van versmachtend korset bij intense regenval. Door al die verharding dringt niet al het regenwater meer in de bodem, maar stroomt het pijlsnel richting de Dender. Het sterke reliëf van de streek zorgt ervoor dat de Dender nog sneller aanzwelt.
Bovendien sijpelt het water door de toenemende droogte ook steeds minder in de grond die nog niet verhard is. De klimaatverandering, met steeds intensere regenbuien en langere periodes van droogte, doet daar nog een schepje bovenop. Het is duidelijk waarom in 2017 de Vlaamse Waterweg, Departement Omgeving en Provincie Oost-Vlaanderen het project ‘Ruimte voor Water’ opstartten. Het team dat aan de slag ging stond onder leiding van waterexpertisebureau IMDC; Billie Bonkers trok de communicatie en het stakeholdermanagement; Maat-ontwerpers en Atelier Horizon namen het ruimtelijk onderzoek en ontwerpwerk voor hun rekening.
Kompas
Het project heeft als hoofddoelstelling de overstromingsrisico’s en de socio-economische schade ervan te verminderen. Bij dergelijke opgaves bestaat het gevaar dat overheden en studiebureaus in een soort technische pavlovreactie vervallen, waarbij een dominante ingenieurslogica al te vaak tot een ad-hocjuxtapositie van infrastructurele quick wins leidt: hier en daar dijken optrekken, bufferbekkens inplannen waar nog wat plaats is en vaak is dan de kous al af. Maar een dergelijke aanpak gaat voorbij aan de belangrijkste boosdoener: onze wanordelijke ruimtelijke ordening. Dat heeft men in het strategisch project Dendervallei goed begrepen. Het zit verankerd binnen zowel het Stroomgebiedbeheerplan voor de Schelde als het Territoriaal Ontwikkelingsprogramma Dender. Water én ruimte dus samen plannen. De ambities die dit project uitstippelde bij aanvang omhelsden dus niet alleen waterveiligheid en -beheer, maar evengoed meer en geschiktere plaats voor natuur, wonen, economie, toerisme en identiteit.
Opmerkelijk zijn de illustraties die het team ontwikkelde om die ambities te verbeelden. Eén getekende collage voor elke ambitie, waarin de rol van rivier en water centraal staat en de lokale karakteristieken van de omliggende gemeenten figureren. Waar het in dergelijke regionale planningsprocessen vaak fout gaat, is dat het bij het formuleren van die ambities stopt. Al te vaak worden vage aspiraties geformuleerd, waarin iedereen zich wel kan vinden maar die zelden tot concrete acties leiden. Hier niets van dat: de tekeningen kennen een scherp evenbeeld in accurate ‘ambitiekaarten’, die de ruimtelijke impact en zoekzones voor de oplossingen ondubbelzinnig demarqueren. Meer nog: een bijbehorende matrix geeft per ambitie helder aan welke partners verantwoordelijkheid zullen dragen bij de uitvoering ervan.
(…)