Op een bunker
Luchtschip Architectuur & Atelier Vos, Heide, Oosteeklo

Deel je projecten met ons
Heb je de afgelopen twee jaar een project opgeleverd dat je met ons wilt delen? Laat het ons dan zeker weten!


Een groot perceel aan de rand van Oosteeklo, in het noorden van het Meetjesland, biedt een weids uitzicht op velden en bossen. Op zoek naar deze zichten, wil een gezin er zijn nieuwe woning bouwen. Ongeveer in het midden van het lot staat echter een erfgoedobject, dat het panorama vanop het maaiveld hypothekeert. Een Duitse bunker uit de Eerste Wereldoorlog is voor het gezin een last. Niet voor de architecten die ze contacteren. Luchtschip Architectuur en Atelier Vos zien in de militaire structuur een aanleiding om het leven in de woning boven te organiseren.
Verwijzend naar de bunker maken de architecten een stevige sokkel met weinig openingen, waarin de slaap- en badkamers, de technische en de bergruimtes zijn vervat. Aan de straatzijde is hij gesloten, buiten de voordeur en een inham om de auto te parkeren. Eén zijkant en de achterkant geven wél uit op verdiepingshoge ramen, om zo maximaal in contact te staan met de tuin en de omgeving. Bovenop de veelhoekige sokkel staat een duidelijk anders volume. De optopping is een houten structuur, veelvuldig voorzien van ramen. Daar zijn de leefruimtes, gevoelsmatig veel meer verbonden met de omgeving.
Aan de ingang ponst de lichtheid boven door het rigide en compacte plan van de sokkel. Voor de architecten is het opgaan van de trap een innemende ervaring, “via de open trap stap je uit de bunker.” Het houtskelet van de bovenverdieping is soms ingevuld met volle panelen, maar vooral met ramen. In combinatie met een nagenoeg vrij plan, kunnen de bewoners er de hele omgeving bewonderen. In de ruimte hangt een in een contrasterend groen geverfde ligger, ondersteund door een asymmetrisch geplaatste kokerkolom. Hij dient vooral als kapstok om er een schuifwand of gordijn aan op te hangen, om de ruimte op te delen indien toch gewenst. Gevoelsmatig is die scheiding er al.
De robuustheid en geslotenheid van de sokkel staat finesse niet in de weg. Witte betonnen luifels en dorpels flankeren de korte zijdes van raam- en deuropeningen, een deksteen uit hetzelfde materiaal begrenst de opstaande wanden. Het volume wordt zo meer uitgesproken, de ruimtes binnen meer naar buiten gericht. Zo is de sokkel het meest speelse volume van de twee. De optopping is rigide vormgegeven, aangezien het haar frivoliteit uit het materiaalgebruik en lichtinval haalt. De uitdrukking van het houtskelet ordent de gevel boven, de openingen beneden volgen de logica van het plan. In beide wordt afzelia schrijnwerk gehanteerd, zo blijft er samenhang. Het roodbruin van het hout is in balans met het massieve wit.
Deze woning is een spel van tegenstellingen. Via de planindeling dwingt ze haar bewoners zich aan te passen, maar ze laat zichzelf ook aanpassen. Op een witte, zware en gesloten blok staat een lichte, open houtstructuur. In plan is het ene star, de andere vrij, maar in gevel is de massieve sokkel net speels. Het sculpturale volume geeft plek aan een groendak en terrassen en voorziet een buitentrap erlangs. Het is onregelmatig, veelhoekig en werkt beschuttend. Op haar pedestal overziet de houten leefstructuur de omgeving, zonder haar complexe bunker mist ze connectie.