Gepubliceerd op 02.05.2023 | Tekst: Amélie Poirel | Foto's: Stijn Bollaert

Deel je projecten met ons

Heb je de afgelopen twee jaar een project opgeleverd dat je met ons wilt delen? Laat het ons dan zeker weten!

De architecten van Dédal lieten zich voor het project Boterberg inspireren door het Raumplan-principe van Adolf Loos. Deze eengezinswoning met houtskelet in Linkebeek bevat heel wat architecturale referenties en verwijst onder meer naar de trapsgewijze architectuur van Japanse huizen. Dédal put uit een architectuurtaal van ver buiten de landsgrenzen voor een project dat desondanks in zijn context past.

Het principe is zowel duidelijk als complex. Het onderscheid tussen de verschillende ruimten wordt in deze woning gemaakt door niveauverschillen. Hoe hoger de ruimte gelegen is, hoe intiemer de functie. Het niveau stijgt met een kwart van de verdiepingshoogte, aan de hand van trapjes met twee of drie treden die een parcours vormen doorheen de woning. De beperkte intimiteit die ontstaat door de ruimten niet met wanden af te bakenen, biedt de bewoners een waaier van gebruiksmogelijkheden. Maar verschillende ruimtelijke configuraties zijn mogelijk: zo kunnen bepaalde delen van het huis worden afgesloten, naargelang het gebruik of de behoeften van de bewoners veranderen.

Dankzij de maximale openheid naar de tuin is de opdeling in niveaus ook van buitenaf zichtbaar. De niveauverschillen binnenin bepalen de opbouw van de geveltraveeën. De houten voorgevel zal mettertijd qua uitzicht evolueren en meer aansluiten bij de aanpalende huizen. Het perceel ligt tussen twee woningen die niet even ver van de straat staan. Het ontwerp speelt hierop in door de gevel te plooien, zodat deze aan beide kanten uitgelijnd is met de buurhuizen. De hoek die hierdoor ontstaat, vormt een nieuw volume: een overdekte en beschuttende inkom. Niet alleen door uit te lijnen werd er een verbinding gemaakt met de buren, ook de kroonlijsten sluiten aan op die van de twee aanpalende woningen. Dédal luistert met deze aanpak naar de bestaande toestand en treedt in dialoog met de onmiddellijke omgeving.

Het overheersend gebruik van hout in de gevel wordt binnen voortgezet. Een waaier van houttexturen, van osb tot multiplex, spreidt zich uit van muur tot plafond en zorgt voor een natuurlijke ornamentering. Het spel van niveauverschillen zorgt voor meerdere gebruiksmogelijkheden: zo wordt een trap ook een zitplaats en zorgt een niveauverschil voor bergruimte of de integratie van een bureau. De metalen windverbanden benadrukken de vrije openingen tussen de verschillende niveaus.

Het project onderzoekt de verdeling van de leefruimten in de ruimte zelf, als een soort enscenering, en niet binnen een plan. De treden die de ruimten scheiden, vormen een drempel en een toegang tot een reeks ervaringen. Op deze manier geeft Dédal elke ruimte niet alleen een specifieke lengte en breedte, maar ook een hoogte die past bij de functie. Dit typologisch concept, waarbij volume voorrang krijgt op oppervlakte, grijpt terug op vroegere pogingen om de mogelijkheden van leefruimten maximaal te benutten en een rijke huiselijke ervaring te bieden. Een benadering die evenveel aandacht schenkt aan architecturale als ruimtelijke experimenten, zowel in publieke gebouwen als in woningen.

Lees ook

Schrijf je in op onze nieuwsbrief
  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.