De troost van de architectuur
noA architecten, Coda, Wuustwezel

A+299 Quality Matters
Je kan het volledige artikel lezen in A+299 Quality Matters. Bestel hier een exemplaar of neem een jaarabonnement op A+ en mis geen enkel nummer!



Coda vzw in Wuustwezel is een unieke plek. In een nieuw gebouw van noA architecten verenigt Coda een palliatief dagcentrum en een hospice, biedt het thuiszorg, palliatieve zorg en rouwzorg, huisvest het de hoofdzetel van het Netwerk Palliatieve Zorg Noorderkempen (NPZN), en wil het bovendien een ontmoetingsplek zijn voor de gemeenschap. Toen de Vlaamse Bouwmeester en de bevoegde minister in 2012 een oproep lanceerden voor ambitieuze opdrachtgevers, werd Coda geselecteerd als een van de vijf Pilootprojecten Onzichtbare Zorg. Coda kreeg een deskundige architectuur, een deskundige zorg en een projectregisseur toegewezen om de projectdefinitie op te maken en de selectieprocedure, met ontwerpend onderzoek, te begeleiden. Alex de Kind, die als projectregisseur bij Coda startte en er sinds twee jaar directeur is, geeft zijn visie op het pilootproject.
Alex de Kind ontvangt me in de kantoren van Coda. Terwijl hij koffie maakt, kijken we door het grote raam, tussen de zadeldaken van de leefruimte van het dagcentrum uit over de velden waar de ochtendmist langzaam oplost in de septemberzon. De Kind begint meteen bevlogen te vertellen over zijn ambities voor Coda (en hoe ze gefnuikt worden door een kluwen van regelgeving), over de ruimtelijke vertaling van welzijn (hij houdt niet van het woord zorg), en over het belang van de Pilootprojecten Zorg voor de toekomst van de samenleving.
Welzijn als missie
“Het zorglandschap in Vlaanderen is net zo verkaveld als onze ruimtelijke ordening”, geeft de Kind aan. Een van zijn ambities is om de schotten tussen de verschillende zorginstellingen te verwijderen, zowel bestuurlijk en organisatorisch als architecturaal. Ter voorbereiding van het pilootproject maakte Coda een analyse van de sterktes en de ontbrekende schakels in de werking van het centrum. Inspirerende voorbeelden waren onder andere de Maggie’s centres in het Verenigd Koninkrijk en de talrijke hospices of bijna-thuis-huizen in Nederland. “Toen Coda in 1996 opgericht werd kwam men hier vanuit Nederland kijken”, vertelt de Kind, “maar vandaag kijken wij naar Nederland, omdat er in Vlaanderen nauwelijks palliatieve centra zoals het onze zijn.” Coda kan een beroep doen op een breed netwerk van partners, vrijwilligers en donateurs, en het wil ook een ontmoetingsplek zijn. “Onze jaarlijkse barbecue, die ooit begon als een geldinzamelactie, trok deze zomer 2500 bezoekers”, lacht de Kind, “dat noem ik collateral damage van de juiste soort. We willen de boodschap uitdragen dat Coda niet enkel een plek is waar mensen sterven, want nergens wordt zo intens geleefd als hier.”
Ruimtelijke vertaling
Terwijl de geur van soep vanuit de keuken de kantoren binnenkomt, vertelt Alex de Kind hoe hij zich samen met de adviseur architectuur, Marlies Röhmer, en de adviseur zorg, Marc Cosyns over de projectdefinitie boog. “We stelden onszelf de vraag hoe je een gezicht geeft aan onzichtbare zorg, en hoe je een gebouw maakt dat zorg optimaal kan faciliteren.” Samen zochten ze een manier om het programma te vertalen in een masterplan waarin zorg en architectuur samen zouden komen. “De samenwerking verliep erg organisch. Marc Cosyns benadrukte bijvoorbeeld het belang van een dorpsgevoel om de zorg voor elkaar te faciliteren, waardoor Marlies Röhmer en ik het idee van de gastenhuisjes kregen, waar gasten een voor- en een achterdeur zouden hebben en bij elkaar over de vloer zouden kunnen komen.” Coda heeft als doel om een plek te bieden op maat van de mens. “We willen palliatieve zorg zo breed mogelijk benaderen en ondersteuning bieden voor het netwerk van onze gasten. Coda moet een thuis bieden waar samen geaperitiefd en gegeten wordt en waar niemand een uniform draagt”. Die menselijk maat moest ook in de architectuur vertaald worden. De Kind werkte jarenlang in een adviesbureau voor zorggebouwen, en wilde vermijden dat Coda door zijn verschijningsvorm de uitstraling van een instelling zou krijgen. “We willen een open centrum zijn, en daarom was het gevoel van het gebouw als een organische gegroeid geheel erg belangrijk.”
[…]
Architect noAarchitecten
Website noaarchitecten.net
Project name Coda
Location Wuustwezel, Belgium
Programme Palliative care centre: two day-care centres, hospice with eight rooms, five short-stay rooms, local service centre
Procedure Pilot Projects Invisible Care (Team Flemish Government Architect)
Client Coda vzw
Landscape architect Jan Minne Gardenist
Lead contractor Vanhout.pro
Completion June 2020
Total floor area 2,577 m2
Budget € 5,052,292 (excl. VAT and fees)
Product/Supplier Vande Moortel (bricks)