“In vivo” in het Belgisch paviljoen van de 18de Architectuurbiënnale van Venetië
In 2023 is de Fédération Wallonie-Bruxelles opnieuw aan de beurt om de curatoren aan te leveren voor het Belgisch paviljoen tijdens de 18de Architectuurbiënnale van Venetië, die plaatsvindt van 20 mei tot 26 november. Het multidisciplinaire curatorenteam is unaniem door de jury gekozen, en bestaat uit het architectencollectief Bento en de filosofe en psychologe Vinciane Despret. Hun voorstel “In vivo”, dat voortvloeit uit hun gezamenlijke bespiegelingen over de duurzaamheid van de bouw, legt de nadruk op het experimenteren met levende materie.
Het onderzoek van Bento, dat zich toelegt zowel op architectuur, kunst als design, richt zich op de mogelijkheden van het mycelium, het vegetatieve deel van de paddenstoel. De drie jonge architecten, Corentin Dalon, Florian Mahieu en Charles Palliez, studeerden samen aan de faculteit La Cambre-Horta. Ze waren eveneens de winnaars van de Europan 16-prijs over het thema van de levende stad met een project waarin hun fascinatie voor dit schimmelmateriaal en hun wens om concreet te handelen vorm krijgt. Vinciane Despret doceert ethologie, een wetenschapstak die het gedrag van levende wezens – zowel menselijke als dierlijke – bestudeert. Het team wordt aangevuld met een rijke schare experts, waaronder een scenograaf, een antropoloog en een microbioloog.
Uitgaande van het welbekende feit dat de bouwsector een van de meest vervuilende sectoren is, wil het team handelen in plaats van analyseren. Door gebruik te maken van wat er al is, de levende materie, streven zij naar een meer hoopvolle toekomst. Met hun filosofie en door lokale materialen te gebruiken en activiteiten te genereren die specifiek zijn voor een omgeving, stellen ze het huidige productiesysteem in vraag. De scenografie is een grootschalig experiment met levende materialen, zoals ruwe aarde, afkomstig van afgegraven bouwterreinen, waarbij de Belgische productiekanalen en -projecten naar voor geschoven worden die deel uitmaken van een soortgelijke aanpak van “herwaardering van plaatselijke grondstoffen voor de vervaardiging van het grondgebied”.
Luisteren naar de levende wereld, haar observeren via een minder antropocentrische benadering, zou volgens het collectief ook een vector kunnen zijn voor nieuwe vormen van habitat. Door het grondgebied en zijn actoren als één geheel te beschouwen, worden wij ons bewust van onze onderlinge afhankelijkheid. De interventie wil vragen stellen over onze levensstijl en de invloed van het gebruik van deze levende materialen op onze relatie met hen. In lijn met de thema’s van de hoofdcurator van dit jaar, Lesley Lokko, geïnspireerd door de relatie tussen culturen, oorsprong en architectuur, wil het collectief ook werken aan een raster van woorden waarin begrippen die verband houden met het wonen worden gecombineerd met de begrippen die door de Londense onderzoekers Huda Tayob, Suzi Hall en Thandi Loewenson zijn geïntroduceerd.
Door dit proces van experimenteren met materiaal, net als in een laboratorium, voedt het collectief zijn manier van denken en wil het ruimtelijke uitdrukking geven aan zijn onderzoek. De tentoonstelling wil eveneens een inventaris op te maken van de initiatieven die als bestaan in de Waals-Brusselse regio, met de bedoeling Belgische myceliumindustrie te ondersteunen. Op de opening van de Biënnale zal blijken of de uitgesproken ambities voldoende leesbaar zullen zijn om aan te zetten tot reflectie en het aanzwengelen van de verwachte paradigmaverschuiving.