Gepubliceerd op 30.08.2023 | Tekst: Marc Dubois | Foto's: JL Deru photo-daylight, archieven

Op 14 augustus overleed de architect Bruno Albert. Hij was een groot vakman en een innemende persoonlijkheid. Eerder zwijgzaam en iemand die geen grote verhalen bedacht. Iemand die niet de media opzocht en koos voor een terugtrokken positie. Goede gebouwen maken met de juiste stedenbouwkundige keuzes was zijn ambitie.

Bruno Albert behaalde het diploma van architect aan het Institut Saint-Luc te Luik in 1966. Daarna volgde een stage en een samenwerking met Charles Vandenhove (1927-2019). Zoals vele jonge ontwerpers begon zijn privé praktijk met bescheiden woningen. Bij Vandenhove leerde hij het metier maar ook de overtuiging dat met een kleinschalig bureau ook boeiende projecten tot stand kunnen komen. Een bureau als atelier waar met getrouwe medewerkers ook aan grote opdrachten werd gewerkt. Bruno Albert bouwde in en rond Luik maar kreeg hij ook kansen in Nederland dank zij de waardering van architect Jo Coenen.

De eerste maal dat ik zijn naam en werk tegen kwam was tijdens mijn studententijd toen ik het boek “Bouwen in België 1945-1970” in handen kreeg, een publicatie uit 1971 samengesteld door Geert Bekaert en Francis Strauven. Daarin een overzicht van architecten met een beknopte inventaris van hun werk uit de periode 45-70, sommigen met werk uit het Interbellum zoals bij Léon Stynen. Er waren ook architecten in de selectie die reeds overleden waren zoals Gaston Eysselinck. Het was een alfabetisch overzicht met als gevolg dat Bruno Albert vooraan kwam te staan, de toen jonge architect met woningen tussen 1967 en 1970 die tot stand kwamen toen hij nog werkzaam was bij Vandenhove.

Brussel, mei 1985, groepsfoto genomen na de opening van de expositie Bruno Albert

In het midden Bruno Albert samen met zijn echtgenote Marie. Uiterst links ingenieur René Greich, uiterst rechts Alfons Hoppenbrouwers. Op de foto’s ook zijn medewerkers José Albert en de architecten Jean-Marie Dethier, Aloys Beguin en Benoit Laloux.

In het voorjaar 1985 organiseerde de Sint-Lukasgalerij in Brussel de expositie “Bruno Albert Travaux – Werken 1978-1985”, een initiatief van Jan Bruggemans en Jan Apers. Er verscheen een hierbij een catalogus. [i] Het jaar 1985 was niet toevallig. Alberts project “Blanc-Gravier”, een sportinfrastructuur voor de Universiteit van Luik op de Campus van Sart-Tilman, was opgeleverd. Dit was zijn grootste opdracht tot op dat ogenblik. Ongeveer gelijktijdig werd de woning voor Dr. Herzet in Esneux (1984-1985) gebouwd.

Tijdens de jaren ’80 doet het postmodernisme haar intrede waarbij een architectuurtaal wordt ontwikkeld met historische verwijzingen. [ii] Zowel het sportcomplex als de woning in Esneux bezitten een uitgesproken symmetrisch plan met een duidelijke Palladiaanse opbouw. Het introduceren van zuilen bij “Blanc-Gravier” gaf het geheel een meer klassieke ordening en dit als tegenbeweging tegen een strak en uitgedund modernisme. De vertandingen in het beton, die ook aanwezig zijn in het werk van Vandenhove, staan in verband met de grote interesse voor het oeuvre van de Italiaanse architect Carlo Scarpa. Voor de huidige generatie zal zich zeker vragen stellen bij een dergelijke benadering in het ontwerpen en postmodernistische vormentaal.

Bruno Albert & Nederland

Wie het oeuvre van Albert overloopt zal vaststellen dat zijn grootste projecten zich in Nederland bevinden. Het was eerder een toeval dat zijn werk in de picture kwam. Ruud Brouwers van Stichting Wonen in Amsterdam vroeg aan mij of ik geen weet had van een expositie in België om uit te lenen. Aangezien de expo Bruno Albert beschikbaar was werd deze gepresenteerd in Amsterdam. Vermits Luik dicht bij Maastricht is gelegen ontstond het idee om aan de jonge architect Jo Coenen te vragen om het werk in Luik te bezoeken en zijn ervaringen te vertellen tijdens de opening van de expositie. Op dat moment ontstond een grote waardering tussen beiden. Coenen inviteerde Albert voor een groot woonproject op het KNSM-eiland in Amsterdam, Alberts eerste grote opdracht in Nederland. In de Céramiquewijk te Maastricht, waarvoor Coenen het stedenbouwkundig plan ontwierp, kreeg Albert via Huub Smeets & Vesteda een groot huisvestingsproject dat de naam kreeg Résidence Cortile (1995-2003). Eveneens in Maastricht ontwierp Albert het zuidelijk bouwdeel van het Mosae Forum, een winkel- en kantorencomplex, binnen het plan van Jo Coenen.

In 1986 veranderde het Nederlands architectuurblad Wonen-TABK in het maandelijks tijdschrift ARCHIS. Hans Van Dijk werd hoofdredacteur en de aandacht voor België bleef behouden. In bijlage bij nummer 9, september 1987, werd de eerste maal een architectuurkaart van België opgemaakt door Stichting Architektuurmuseum in Gent met Christian Kieckens en ikzelf als samensteller van deze inventaris. Deze kaart werd in de volgende jaren gretig gebruikt om uitstappen naar België te organiseren. Op de cover van deze bijlage stond een werk van Bruno Albert, een klein bankfiliaal COB in Herstal (1986-1987).

In Luik bouwde hij een Hogeschool voor Ecomische studies en l’îlot Saint-Michel (Codic-gebouw) op de plaats waar in de jaren ’60 een kaalslag gebeurde bij het centraal gelegen Place Saint-Lambert. In beide projecten was de stedenbouwkundige oplossing zeer bepalend voor de geslaagde integratie. In Verviers bouwde hij een sporthal “L’Athénée” samen met ingenieur René Greisch.

Bijlage aan ARCHIS, nr. 9, 1987 / Architectuurkaart van België met op de cover COB bankfiliaal in Herstal (1986-1987).

Ondek ons archief: A+90, 1986. Bovenaan “Blanc Gravier” / foto Daylight Luik

Kunstintegratie

Zoals Charles Vandenhove trachtte Bruno Albert kunst te integreren zelfs al waren de middelen beperkt. Voor de uitgeverij & drukkerij Mardaga vroeg hij aan Dan Van Severen (1927-2009) een tekening voor de sokkel in de voorgevel  (1986). Een integratie met geglazuurde tegeltjes die nauwelijks opviel.  Ook met kunstenaars Léon Wuidar en Jean-Pierre Pincemin werkte hij samen. De keuze illustreert ook Alberts zijn voorliefde voor het subtiele, ver weg van opvallende gebaren. Zoals zijn leermeester Vandenhove moet het gebouwde centraal staan en niet de grote verhalen om het gerealiseerde te verantwoorden.

Verviers, sporthal “L’Athénée” samen met ingenieur René Greisch. Foto genomen door de befaamde Duitse fotograaf Klaus Kinold. Verscheen in “Bouwen in Beton / Construeren en béton”.

Boek CORTILE, uitgave VESTEDA Architectuur, 2003, Maastricht

Tekstbijdragen van Henk Hilverink, Huub Smeets, Bruno Albert & Jan Bruggemans

[i] Da Vinci, nr. 5, jaargang 3. Een tweemaandelijks tijdschrift van de Sint-Lukasstichting vzw met als verantwoordelijke uitgever Alfons Hoppenbrouwers.

[ii]  Anything goes- Postmodernity 1967-1992. Grote expositie in de Bundeskunsthalle Bonn, van 29 september 2023 tot 28 januari 2024

Lees ook

Schrijf je in op onze nieuwsbrief
  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.